Vincent van Gogh

Foto van auteur

Daneel Bouden

Vincent van Gogh, 30 maart 1853 – 29 juli 1890

Vincent van GoghVincent van Gogh werd geboren op 30 maart 1853 in het Zuid-Nederlandse stadje Groot Zundert. Zijn vader, dominee Theodorus van Gogh, was een geestelijke. Zijn moeder heette Anna Cornelia Carbentus; ze kregen zes kinderen, waarvan er maar één van belang is voor ons verhaal: zijn broer Theo.
Er is niets bekend over Vincents jeugd; hij had een gebrekkige opvoeding genoten en was naar verluidt een vrij serieuze, introspectieve en stille jongen. De enige onbetwiste foto van een jonge Vincent van Gogh toont ons een knappe, gladgeschoren jongeman, totaal anders dan de portretten die hij van zichzelf schilderde. Toch vertonen zijn ogen en wenkbrauwen, zelfs op deze jonge leeftijd, een intensiteit die we wel terugzien in zijn latere portretten van zichzelf.

Vincent begon pas echt met tekenen en schilderen toen hij ongeveer 25 jaar oud was en al een aardig inkomen had verdiend. Hij had jarenlang gewerkt in een kunsthandel van zijn oom, die ook Vincent van Gogh heette. Hij werkte in hun vestigingen in Den Haag, Parijs en Londen, waar hij uiteindelijk werd ontslagen. Hij was verliefd geweest op een meisje dat al bezet was en was daardoor ernstig depressief geworden. Hij ging vervolgens lesgeven en werd lekenprediker in Ipswich. Zijn lesgeven en preken duurden niet lang en hij besloot theologie te studeren. Hij kwam naar Amsterdam, maar zijn desinteresse in Latijn en Grieks zorgde ervoor dat hij de school verliet voordat hij zijn diploma had gehaald. Hij besloot vervolgens missionaris te worden, volgde een cursus in België en werd naar de Borinage gestuurd om daar tot de mijnwerkers te preken. Hij koos ervoor hetzelfde leven te leiden als zij, een leven van bittere armoede. De plaatselijke kerkelijke autoriteiten raakten nogal van streek door dit gedrag en vonden het ongepast dat een geestelijke als een arme man leefde.

Daar begon hij met tekenen. Hij liet zich inspireren door Rembrandt en Millet en werd daarbij gesteund door zijn jongere broer Theo. De volgende 5 jaar woonde hij bij zijn ouders, waar hij talloze tekeningen en schilderijen maakte en probeerde werk te vinden om zichzelf te onderhouden door schetsen te maken voor tijdschriften. Dat lukte hem niet. Hij verhuisde naar Den Haag en begon een relatie met een vrouw genaamd Sien. Zij was een alcoholist en een ex-prostituee. Hij begon ook te werken voor een familielid genaamd Anton Mauve, waar hij veel andere hedendaagse schilders ontmoette. Zijn relatie met Sien zorgde ervoor dat hij het uit moest maken met Mauve en hij verhuisde naar de noordelijke provincie Drenthe om geïnspireerd te worden door een Duitse collega-schilder die de omgeving in de zomermaanden bezocht. Hij bleef daar een tijdje en keerde daarna terug om nog eens 2 jaar bij zijn ouders te wonen. In deze periode schilderde hij meer dan 200 schilderijen.

Vincent had een nogal moeizame relatie met zijn vader, die zijn liefdesaffaires afkeurde en hem bijna een keer naar een psychiatrische inrichting had laten sturen. Toch zou hij diepbedroefd zijn geweest toen de man stierf. Later in zijn leven werd bij hem syfilis vastgesteld; hij was naar Frankrijk verhuisd en had vriendschap gesloten met Paul Gauguin; ze werden verliefd op dezelfde hospita in de plaatselijke kroeg. Tijdens een van hun ruzies over haar sneed hij, al dan niet per ongeluk, zijn oor af met een scheermesje. Hij leek in die tijd met iedereen ruzie te maken, ook met zijn broer Theo, een van zijn trouwste aanhangers. Sommigen gaven syfilis de schuld.

Tijdens zijn laatste jaren leed hij steeds meer aan zenuwinzinkingen, terwijl hij tijdens periodes van rust koortsachtig werkend doorwerkte. Hij liet zich opnemen in een instelling genaamd Saint-Paul-de-Mausole, waar ze een kleine kamer voor hem gereedmaakten om in te schilderen. Ondertussen had zijn bekendheid zich verspreid naar België en in 1890 werd hij uitgenodigd om deel te nemen aan een tentoonstelling in Brussel. Op deze tentoonstelling verkocht hij "De rode wijngaard aan Anna Boch". Naar verluidt is dit het enige schilderij dat hij ooit verkocht heeft. Op 27 juli 1890, op 37-jarige leeftijd, schoot Vincent van Gogh zichzelf in de borst; hij maakte de veelvoorkomende fout dat het hart zich achter de linkertepel bevindt en overleed twee dagen later aan inwendige verwondingen, samen met zijn broer Theo.

nl_NLNederlands