Het Noordzeekanaal 1876

Foto van auteur

Daneel Bouden

In de negentiende eeuw had Amsterdam de indruk dat de stad op sterven na dood was; waarom dacht ze dat? Omdat andere steden aan het IJsselmeer dat ook waren. De haven functioneerde al een tijdje slecht; het zag er ook niet naar uit dat het snel beter zou gaan. Handel werd beschouwd als de enige weg naar economisch herstel. De stad kampte bovendien met geldgebrek; ze zag er vervallen uit, er was nauwelijks genoeg geld om de bruggen te repareren.

Maar niet al het nieuws was slecht; in 1876 stemde het parlement ermee in om het Athenaeum Illustre het recht te geven zich een universiteit te noemen. De status van de stad bereikte plotseling een nieuw hoogtepunt, maar het beste nieuws was dat het Noordzeekanaal eindelijk klaar was. Schepen hoefden niet langer om de punt van Holland heen te varen en vervolgens weer helemaal naar beneden om Amsterdam te bereiken. Nee meneer, ze konden nu de sluizen van IJmuiden binnenvaren en een korte tocht naar het oosten maken om de stad te bereiken.

De grote opgraving
NoordzeekanaalHet graven van het kanaal was technisch moeilijk geweest; het was een riskante financiële onderneming; de rijksoverheid wilde geen cent bijdragen; ze had net de financiering van een kanaal naar zee voor de stad Rotterdam afgerond. De Amsterdamse elite aarzelde lang voordat ze besloot mee te doen. Technisch gezien was het graven van het kanaal zo moeilijk dat de enige die het aandurfde de klus te klaren een Engelsman was. Op de roemruchte datum van 8 maart 1865 stuitte de eerste schop op aarde. Het zware werk. Net als het graven door de duinen werd gedaan door dagloners. Ze woonden waar het werk was, vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Soms sliepen ze in holen in de grond, bedekt met twijgen en takken vermengd met klei en veen. Het kanaal duurde ongeveer 10 jaar.

Het werkte; de zaken begonnen te veranderen, de handel trok weer aan, de haven van de stad werd grondig gerenoveerd, gigantische pakhuizen verrezen in de oostelijke sector, er zou een nieuw treinstation aan de oevers van het kanaal worden gebouwd. Er werden drie eilanden aangelegd waarop het station zou komen te rusten. De treinen moesten zo dicht mogelijk bij de haven komen om het transport van goederen van de schepen naar de wagons te vereenvoudigen. Het station was voltooid in 1889. Wat ook was veranderd, was dat het beroemde uitzicht over het water, waar al eeuwenlang liederen en gedichten over werden gezongen, voorgoed was verdwenen.

De stad beleefde opnieuw een gouden periode na de ingebruikname van het kanaal. De minister van Binnenlandse Zaken noemde het de stimulans die de hoofdstad weer tot leven had gewekt.
Het kanaal is 21 km lang en 270 meter breed. Het is de belangrijkste scheepvaartroute naar de stad; jaarlijks passeren er 100.000 schepen.

ZEIL
De drukste dag op het kanaal is altijd tijdens de SAIL IN (LINK) het is een maritiem festival dat elke vijf jaar in Amsterdam plaatsvindt.

Groot genoeg, diep genoeg, breed genoeg? Nooit!
Bij de opening van het kanaal werd meteen duidelijk dat er iets niet in orde was. Ten eerste was de aannemer failliet gegaan en was het kanaal te klein. De sluizen waren te klein en moesten vervangen worden door grotere, en het kanaal zelf was noch diep noch breed genoeg. Dus gingen ze weer aan de slag. In 1883 greep de rijksoverheid in en nam het kanaal over; het kanaal was simpelweg een te groot project voor de stad.

Het Noordzeekanaal is vensternummer 28 op de Canon van Amsterdam.

nl_NLNederlands