Tijdgenoten
Dit 32e raam op de Canon van Amsterdam zou eigenlijk alleen aan twee mannen gewijd moeten zijn: Floor Wibaut en Willem Treub. Zij waren raadsleden van de gemeenteraad van Amsterdam.
Vloer Wibaut
De vloer kwam uit Vlissingen, een Zeeuwse stad tegenover de Britse kust. Hij verhuisde in 1904 naar Amsterdam en bleef daar tot zijn dood in 1936. Hij stond bekend als een slimme zakenman en een gevierd politicus. Door zijn rijkdom kon hij de maatschappij beïnvloeden. Als lid van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad voerde hij een flink aantal politiek impopulaire maatregelen door. Zijn doel was om het de armen in de stad wat gemakkelijker te maken.
Wibaut daarentegen was van 1899 tot 1914 directeur van houtbedrijf Alberts. Hij bleef aandeelhouder en zat tot aan zijn dood in de raad van bestuur. Als gemeenteraadslid zette Wibaut zich lang en hard in voor betaalbare en fatsoenlijke huisvesting voor de minderbedeelden in de stad.
Willem Treub
Treub kwam uit Den Haag en was raadslid van Openbare Werken. Tot zijn prestaties behoorden de nationalisatie van gas-, elektriciteits-, telefoon-, tram- en waterleidingbedrijven. (O, wat moeten ze die man gehaat hebben). Hij was een progressief liberaal en leider van "de Radicale Unie". De belangrijkste doelstellingen waren de uitbreiding van het stemrecht en de sociale wetgeving. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werd hij een van de leidende figuren die de gevolgen van de economische crisis zouden beteugelen.
1894, De gemeenteraad krijgt meer verantwoordelijkheid
Of ze het nu leuk vonden of niet, het stadsbestuur zag zich gedwongen om afval op te halen, schoon drinkwater te leveren, goedkope elektriciteit te kopen en dergelijke. De Amsterdammers verdienden immers een goede verzorging. De gemeente was daar echter niet zo blij mee; ze besloot, tegen de wil van de burgers in, dit alles over te laten aan particuliere bedrijven die uiteindelijk te veel vroegen en te weinig leverden.
Een andere factor waar de stad mee kampte, was wijdverbreide armoede, vooral in de Jordaan en de buurt rond de Nieuwmarkt en het Waterlooplein. Veel mensen in deze wijken leefden in totale armoede. Onze twee helden, Treub en Wibaut, bundelden hun krachten om betere leefomstandigheden te creëren en streefden naar nationalisatie van de nutsbedrijven in de stad, waardoor de kosten voor de burger daalden. Nederland was niet het enige land waar dit gebeurde, maar wat we de laatste decennia hebben gezien, is dat overheden dit beleid hebben teruggedraaid en al die diensten opnieuw hebben geprivatiseerd, met wisselend resultaat. De gas- en elektriciteitsprijzen zijn bijvoorbeeld torenhoog gestegen en zullen dat blijven doen totdat de overheid zich opnieuw gedwongen ziet in te grijpen. De volksverzekering is een ander voorbeeld van waar het niet goed gaat. Deze zal binnenkort voor veel mensen onbetaalbaar worden; nu al, omdat deze verplicht is, betaalt het land jaarlijks enorme bedragen om degenen te helpen die de premies niet meer kunnen betalen.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt men gezien als een voorloper van de gezegende verzorgingsstaat. Het begon allemaal met de controle van de waterleidingen door de stad; het hele proces werd 'gas- en watersocialisme' genoemd.
Het is moeilijk te zien waar het tastbare bewijs van dit raam in de canon te vinden is, tenzij ik in het kastje onder de gootsteen in de keuken kijk. Ja, daar vind ik wat loodgieterswerk dat teruggaat tot die tijd, de tijd dat loodgieters nog lood gebruikten.


Het gas- en watersocialisme is vensternummer 32 op de Canon van Amsterdam.