Heeft iemand van jullie ooit gehoord van Symon Reyerszoon of Reyer Dircszoon? Ik niet, en ik ben een Nederlander, geboren en getogen in Amsterdam. Tot nu toe ging het prima met me, zonder iets over deze mannen te weten, en toch was wat ze lang geleden voor de stad hebben gedaan niet zonder reden.
betekenis.
Hoe dit in de Canon van Amsterdam terecht is gekomen, is echter nog maar de vraag, en het is naar mijn “bescheiden” mening niet het enige onderwerp dat door iets belangrijkers vervangen zou kunnen worden.
Amstelodamum
De Vereniging Amstelodamum is een stichting die is opgericht om de kennis over en de belangstelling voor de stad Amsterdam te vergroten. Meer bewustwording moet leiden tot adequater en meer geaccepteerd bestuurlijk beleid.
De vereniging geeft sinds 1902 een maandelijks tijdschrift uit. Al deze tijdschriften zijn online te raadplegen.
In januari 1954, in het 40ste jaar van het bestaan van de Vereniging van Amstelodamum, verscheen in het tijdschrift onder andere een artikel over de handel van Amsterdam met de Oost.
Door de heer NW Posthumus, uitgegeven door uitgeverij EJ Brill, te Leiden, 1953. De bespreking van het boek gaat over 'Het oudste bewaard gebleven kasboek van een Amsterdamse compagnie betreffende haar handel op de Oostzee, 1485-1490'.
Het artikel is van de heer H. van Riel.


Harm van Riel links, Posthumus rechts
Harm van Riel
Van Riel leefde van 1907 tot 1980 en was politicus voor de VVD (conservatieven, hoewel ze zichzelf liberaal noemen). Hij verwierf landelijke bekendheid vanwege zijn extreme opvattingen over abortus.
Van Riel studeerde klassieke talen en rechten; hij was belezen en een uitstekend debater. Hij was ook achter de schermen zeer invloedrijk binnen zijn partij. Hij had een zetel in de Eerste Kamer, ons equivalent van het Hogerhuis of de Senaat. Hij trok zich in 1976 terug uit de politiek.
Van Riels' voornaamste hobby was geschiedenis; hij was ook gefascineerd door defensie en het leger. Hij kon vanwege een of ander mankement niet in militaire dienst, maar was dolgraag minister van Defensie geweest. Interne partijconflicten verhinderden hem dat doel ooit te bereiken.
Van Riel publiceerde veelvuldig en schreef vele boekrecensies over de Nederlandse geschiedenis. Hij schreef ook voor het tijdschrift van de Vereniging Amstelodamum.
Het kasboek, was dat belangrijk of niet?
De Vereniging van Amstelodamum merkt in 1954, bij monde van Harm van Riel, naar aanleiding van de uitgave van het boek van Posthumus op: ‘De uitgave van een deel van de administratie van de Amsterdamse kooplieden Symon Reyersz en Reyer Dircsz is eigenlijk niet meer dan een visitatie; ze is oud en eigenaardig.
Het is ook te primitief, maar dient om onze kennis over de handel en de stad Amsterdam in die periode te vergroten, ook al is het voorzien van een paar mooie, geschreven commentaren van onze collega's. Het is eigenlijk niets meer dan een simpele lijst met aantekeningen over de ervaringen van deze mannen tijdens hun handel. Er valt wel wat te leren over de aard van de producten die de Amsterdammers aan de inwoners van Danzig verkochten en kochten, een beetje over de prijzen van de dingen, een beetje over handelstechnieken, en dit slechts door middel van deductie.
Sterker nog, Posthumus zegt dat er weinig valt af te leiden uit hoe Amsterdam zo'n belangrijke stad is geworden. Maar waar haalde Posthumus zijn informatie vandaan? Vooral uit Duitsland; de Duitsers documenteerden in die vroege tijden veel meer, veel gedetailleerder en nauwkeuriger. Zelfs bloemrijk in vergelijking met dit "oudste kasboek van Nederland".
Zonder Posthumus zou het boek onmogelijk te begrijpen zijn; de vereniging opperde in 1954, na de verhandeling van het boek door Posthumus, dat het:
Nuttig als publicatie, en belangrijk voor de specialist. Het is ook de enige specialist die er baat bij heeft en het begrijpt.
Harm van Riel stelt dat het oude kasboek weinig meer is dan een paar door Posthumus vertaalde krabbels en dat niet iedereen zijn mening deelt. Ook kan worden geconcludeerd dat Poshumus zich uitgebreid baseerde op Duitse literatuur over historische handelspraktijken uit de 15e eeuw.
De heer H. van Riel stelt na de bespreking van het boek van Posthumus dat de toestand van Amsterdam in die periode nog niet geheel duidelijk is, maar dat we er nu wel iets van hebben en een houvast waar anderen mee verder kunnen.
Hij besluit met: "Dit is een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van Amsterdam. Historiografie heeft geschiedenis geschreven."
Conclusies
* Het ‘oudste kasboek’ zou, zonder het onderzoek, de vertaling en de toelichting door Posthumus in 1954, onbegrijpelijk blijven.
* Het ‘oudste kasboek’ bestaat voornamelijk uit krabbels en enkele transacties.
* De verwijzingen naar het 'oudste kasboek' vormen een klein deel van wat Posthumus in 1954 over Amsterdam publiceerde, over de geschiedenis van de stad van 1450 tot 1490.
* Het boek Posthumus is een startpunt voor verder onderzoek naar deze periode en zeker geen volledig overzicht.
* In de Canon van Amsterdam worden Posthumus en Van Riel niet genoemd.
De Canon van Amsterdam noemt het het 'oudste kasboek', maar dat is alleen mogelijk dankzij het grondige onderzoek van Posthumus, en hij is degene die de eer zou moeten krijgen voor vensternummer 6 op de Canon.
Alleen via zijn verklarende aantekeningen wordt het boek van Reyerszoon en Dircszoon enigszins begrijpelijk en krijgen we inzicht in het Amsterdamse handelsleven in de 15e eeuw. Ik wil iedereen van harte aanmoedigen om het Amsterdams Historisch Museum te bezoeken om een breder perspectief te krijgen op de geschiedenis van deze stad.
Ik baseer mijn conclusies op het artikel van de heer H. van Riel in:
AMSTELODAMUM
Maandelijks ter bevordering van meer inzicht in de stad Amsterdam
Uitgegeven door de Vereniging van Amstelodamum 4 1 JANUARI 1 9 5 4
Het Amsterdams Historisch Museum
Het doel van het AHM is om de geschiedenis van Amsterdam zo toegankelijk en levend mogelijk te houden door het publiek zo breed mogelijk aan te spreken. Het museum is gevestigd aan de Kalverstraat 92.
telefoon 020 52 31 822
Het oudste kasboek is vensternummer 6 van de Canon van Amsterdam.