Als er handel is, is er geld, en als er geld is, is er een bank. Toen de handel in geld net zo belangrijk werd als de handel in goederen, veranderden sommige handelshuizen hun doel. Sommige specialiseerden zich in het financieren van handel door middel van leningen. Bovendien investeerden ze zelfs geld op verre locaties, over de landsgrenzen heen. Een factor die hieraan ten grondslag lag, was de toenemende concurrentie van andere landen. Als bijwerking zagen Nederlandse bankiers zichzelf vaak als financiers van oorlogen, omdat de landen die met elkaar in conflict waren meestal blut waren.
Hoop & Co
Hope & Co was zo'n handelshuis dat zich tot bank ontwikkelde. De Schotse familie Hope was tot dan toe een gewoon handelshuis dat onder andere in slaven handelde. Henry Hope was de grote man achter de bank; zijn broer Thomas zou later regent worden van de East Indian Trading Company.
De Hope Bank werd Hope & Co toen Henry Hope Junior in 1762 als een van de belangrijkste partners in de firma kwam. Het bedrijf verhuisde vervolgens naar de Keizersgracht (444-448).
Borski
Een van de zakenpartners van Hope & Co was Willem Borski, destijds een van de rijkste mannen van Amsterdam. Hij overleed vroeg en zijn vrouw Johanna Jacoba Borski van de Velde, zelf een koopmansdochter, nam zijn plaats in.
De Nederlandse Bank
Koning Willem I wilde in 1814 een nationale bank, een bank waar hij, zo vroeg hij, ook iets over te zeggen had. Mevrouw Borski was een van de weinigen die hem daarbij steunde. De Nederlandse Bank moest toezicht houden op alle financiële ondernemingen. Door de Napoleontische oorlogen was de Nederlandse schatkist ernstig geslonken en de economie kwetsbaar. Er werd weinig tot niet geïnvesteerd en daarom moest de Nederlandse Bank krediet verstrekken om de economie weer op gang te brengen.
De gevestigde orde van bankiers was er niet blij mee, zoals de koningin zou zeggen, maar koning Willy kreeg zijn zin en de Nederlandse Bank werd opgericht. Mevrouw Borski kocht bijna de helft van de aandelen, en plotseling raakten de andere bankiers geïnteresseerd, werd geld big business en waren de naam en reputatie van de Nederlandse Bank gevestigd.
De aandelen van mevrouw Borski werden populaire handelswaar en de bankiers waren bereid grote sommen geld in te zetten om ze te bemachtigen. Haar bedrijf heette officieel Firma Weduwe W. Borski en bleef bestaan tot 1959.
De weduwe Borski stierf in 1846.
Haar kleindochter Louise trouwde met Hendrik van Loon. Hij stelde zich aan het hoofd van de firma en veranderde de naam in Loon & Co. Hope & Co. De familie Loon bezit onder andere de ambtswoning van de burgemeester van Amsterdam en het Loonmuseum.
Hope & Co werd in 1962 opgenomen in een vennootschap onder firma met Mees & Zonen, dat later op haar beurt onderdeel werd van de ABN (Algemene Bank Nederland). Algemene betekent gewone of algemene.
Hope & Co is raamnummer 22 in de Canon van Amsterdam.