Het Amsterdamse Huis van Bewaring

Foto van auteur

Michelle

De stad Amsterdam begon allerlei sociale voorzieningen te ontwikkelen; in 1596 opende het een 'tuchthuis' in een van de bijgebouwen van een klooster. Het idee was dat als je jongeren die een misdaad hadden begaan met enige compassie behandelde en hen niet als volwassenen veroordeelde, maar probeerde te heropvoeden, ze zich van hun criminele gedrag zouden bekeren en uiteindelijk fatsoenlijke burgers zouden worden. En die filosofie is nog steeds populair. Ook voor ouderen, wezen, armen en zieken werden voorzieningen opgezet.
Rasp huispoort
Het tuchthuis 1596
Het begon allemaal toen een welopgevoede zestienjarige jongen, Evert Jansz, werd gearresteerd voor diefstal. De rechters en stadsbestuurders vonden het nogal streng om hem als volwassene te behandelen en zijn vingers af te hakken of te laten geselen. De gebruikelijke straffen in die tijd waren de doodstraf, zweepslagen, het afhakken van een ledemaat. Gemerkt worden met gloeiend ijzer en verbanning.
Echte, geharde criminelen werden als onverbeterlijk beschouwd en daarom uit de stad verbannen.

Een klooster aan de Heilige weg had een geschikt bijgebouw; het werd al snel omgebouwd tot een tuchthuis voor jongens. Hier leerden jongens werken en werden ze opgeleid tot eerlijke en fatsoenlijke burgers. In werkelijkheid raspten of raspten de jongens tropisch hout om verschillende pigmenten te verkrijgen, die vervolgens met verf werden gemengd om het de gewenste kleur te geven. Het huis werd al snel bekend als het tuchthuis.

Kalvertoren
Later werd het een overdekt zwembad en tegenwoordig is het een gigantisch winkelcentrum, de Kalvertoren. Dat hadden we ook wel nodig.

Het Spin-huis
Ook meisjes kregen een eigen plek; ongeveer een jaar later opende het Spinhuis in het Ursala-klooster. Al deze nieuwe faciliteiten kostten nu geld en om wat extra inkomsten te vergaren, konden Amsterdammers hun kinderen er op zondag naartoe brengen om te kijken wat er gebeurde met kinderen die niet naar hun ouders luisterden. En dat allemaal voor een kleine entreeprijs. De stad bedacht een andere vorm van arbeid; je raadt het waarschijnlijk al: spinnen. Het was ook de plek waar veroordeelde bedelaars en prostituees terechtkwamen; het lag midden in de rosse buurt, in de Spinhuissteeg. De poort is het enige dat nog rest; zie de foto hieronder.

In 1613 stelde het stadsbestuur een college van zes kapelaans in die voor wezen, vondelingen, bedelaars en de armen in het algemeen zouden zorgen. Ze deelden voedsel en geld uit, ondersteunden zieken, verzorgden vrouwen in barensnood en organiseerden begrafenissen voor de armen. Wezen werden verzorgd in het Burgerweeshuis; zieken konden naar het Sint-Pietershuis, oudere mannen naar het Oudemannenhuis, oudere vrouwen naar het Oudevrouwenhuis en krankzinnigen naar het psychiatrisch ziekenhuis (geen grap). In 1662 opende er nog een weeshuis, het kapelaansweeshuis; 20 jaar later huisvestte het 1300 kinderen.Draai huispoort

Buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders die de stad bezochten, waren altijd onder de indruk van de fantastische manier waarop Amsterdam haar inwoners behandelde. De stad werd geprezen om haar christelijke beleid (het socialisme was toen nog niet uitgevonden). Wat het christendom betreft, het was niet zozeer de stad die dit alles betaalde, maar de kerken; als iemand ziek was, werd van zijn kerk verwacht dat hij de behandeling betaalde. Hoe dan ook, de stad werd bekend als de stad met weinig criminaliteit; ze verdreef nutteloze vreemdelingen, zette luie mensen aan het werk en zorgde voor behoeftigen.

Dit schetst natuurlijk een wat al te rooskleurig beeld.
In 1570 vaardigde Filips II, koning van Spanje, een decreet uit waarin stond dat misdaad beschouwd moest worden als een overtreding van de staat. Het was de plicht van de staat om straffen op te leggen. Deze straffen omvatten doodstraf, verminking, vernedering, verbanning, brandmerking, lijfstraffen, boetes of taakstraffen. Een ander opvallend punt is dat een rechter zich niet tot slechts één straf hoefde te beperken.

Vernedering betekende dat je aan de schandpaal werd genageld; ik heb net een nieuw woord geleerd. Je werd een bepaalde tijd (dagen) aan een paal vastgebonden op een openbare plek, en je misdaad werd meestal genoemd. De crimineel bekogelen met rotte groenten was een andere favoriete manier om de tijd te doden voor degenen die daartoe geneigd waren. Een dief werd vaak ook van een van zijn handen beroofd.
Vaak werden bekentenissen afgedwongen en moesten deze voor de rechtbank worden herhaald. Voor de wetshandhavers was dat in die tijd echter meestal geen probleem.

Kerkelijke rechtbanken
We mogen niet vergeten dat de kerk in het verleden een belangrijke rol in de samenleving speelde. Er bestonden geestelijke rechtbanken die de bevoegdheid hadden om zware straffen op te leggen.
Toen kerk en staat gescheiden werden (1795) en de staat de enige rechtsprekende macht werd, werd er verondersteld dat er iets zou veranderen, maar dat gebeurde niet. Niet echt. Binnen de religieuze gemeenschappen werden oude wetten gehandhaafd, nageleefd en nageleefd. Overtredingen leidden vaak tot zware straffen.

Men moet toegeven dat het tuchthuis niet geheel een mislukking was
Aan het einde van de zestiende eeuw was de oude praktijk van lijfstraffen ineffectief geworden. Er liepen te veel mensen door de stad met zichtbare bewijzen van een veroordeling voor een misdrijf. Het was niet erg prettig. De armoede was wijdverbreid, waardoor mensen vaak in de verleiding kwamen om iets te eten zonder ervoor te betalen.
Een man genaamd Coornhert had in 1587 het lef om de wetten van Filips II te bekritiseren. Hij opperde dat het veel beter zou zijn als de veroordeelde mannen te werk werden gesteld. Als hij zijn straf had uitgezeten, zou hij er dus nog steeds intact uitzien, niet verminkt of gebrandmerkt, en zonder stigma weer aan het werk kunnen. Hij dacht aan werk als slaaf op een schip of aan gemeenschapsdienst voor de staat of de kerk als het vergrijp minder ernstig was. Natuurlijk hadden de Britten de ultieme oplossing: ze naar Australië sturen.

En Evert Jansz?
De jongen kwam met zijn misdaad weg en ontliep een zware straf: hij werd veroordeeld tot dwangarbeid, maar zijn straf werd nooit uitgevoerd.

Het tuchthuis is raamnummer 9 in de Canon van Amsterdam.

nl_NLNederlands