Het leek slechts een kwestie van tijd voordat de Duitse bezetting in 1944 zou eindigen. Het moreel onder de soldaten was laag en dat werd met de dag erger. De nazi-leiding begon te kraken, de ooit zo machtige oorlogsmachine raakte letterlijk en figuurlijk uitgeput en Hitler vertrouwde zijn generaals niet meer.
Helaas moest het ergste voor velen nog komen
Het zou nog geruime tijd duren voordat Nederland volledig bevrijd zou zijn. Merk op dat ik het woord volledig gebruikte omdat delen van het zuiden in 1944 wél bevrijd werden. Het noorden, ten noorden van de Rijn, bleef stevig onder controle van de Duitse bezettingsmacht. Je hebt misschien de film "A bridge too far" gezien, en dat was deels de reden, zeg ik, deels omdat het hoofddoel van de geallieerden nooit was om Nederland te bevrijden; het was om Berlijn te bereiken voordat de Russen dat deden, wat ze niet lukte. Maar terug naar het noorden: ook de Nederlandse regering in ballingschap rook de overwinning in de herfst van 1944, toen de geallieerden Frankrijk en België hadden bevrijd en hun troepen aan de grenzen van Duitsland stonden. De Nederlandse regering riep in september 1944 op tot een nationale spoorwegstaking om de oorlogsinspanning te ondersteunen. De staking duurde maanden en legde de Duitse bevoorrading en transport lam; ze wilden wraak nemen.
Ook voerden de geallieerden een luchtaanval uit op Duitse troepen bij Arnhem. Het doel was om de troepen daar vast te houden, maar dat lukte niet.
Een koude winter
Als vergelding voor de staking sloten de nazi's alle wegen af. Er bewoog niets meer, geen voedsel, geen brandstof, geen kolen, die de meeste mensen nog steeds gebruikten voor verwarming. Het westen van het land, met zijn grote steden, kreeg al snel te maken met een tekort aan alle grondstoffen. De mensen kregen honger, maar dat was niet alles; het werd ook een van de strengste winters ooit. Mensen begonnen hout te stoken in plaats van kolen, de huizen van Joden die naar Duitsland en Polen waren gedeporteerd, stonden leeg; al snel sloopte iedereen ze, op zoek naar iets om te verbranden.
Meer bedreigingen
Omdat er geen voedsel meer in het Westen te vinden was, verlieten veel inwoners de steden op zoek naar voedsel in het Noorden. Dit werden hongertochten genoemd. De meeste boeren waren bereid te helpen, maar dan moest je wel de Duitse controleposten passeren. Hoewel er op de wegen niets te beleven viel, had dit ook gevolgen voor de gewone Duitse soldaat; ook zij hadden door de blokkades een voedseltekort. Daarom werden veel eetwaren in beslag genomen door dankbare, hongerige Duitse soldaten.
En hoewel de boeren meestal bereid waren te helpen, deden ze dat niet allemaal uit vrijgevigheid; velen vroegen forse beloningen van degenen die hen om hulp kwamen vragen. Ze wisten hoe ernstig de tekorten waren en maakten er enorme winsten mee. De familiejuwelen werden vaak voor slechts een zak graan verhandeld. Het westen van het land zuchtte onder hongersnood.
Bieten werden een van de belangrijkste producten in de stad, samen met tulpenbollen.
Aardappelen waren zeldzaam en alleen verkrijgbaar voor de rijken; mensen renden langs hun huizen op zoek naar aardappelschillen, en ook rode bieten werden gegeten, net als tulpenbollen. Mensen die deze bollen daadwerkelijk aten, zullen getuigen dat weinig dingen zo vies smaken als tulpenbollen.
De geallieerde luchtmacht begon enkele dagen voor het einde van de oorlog met het droppen van voedsel boven het Westen. Dit heette Operatie Manna en werd uitgevoerd door de RAF. De Amerikanen namen Amsterdam onder handen tijdens Operatie Chowhound; ze gebruikten Schiphol als dropzone. Het voedsel werd verzameld en uitgedeeld aan de bevolking. De rest van Nederland werd pas bevrijd van de nazibezetting na hun definitieve overgave op 4 en 5 mei. Het was aan de Canadezen om ons te bevrijden.
De tol
Meer dan 20.000 mensen stierven de hongerdood tijdens de hongerwinter, waaronder een baby die een oom van mij had moeten worden.
Pagina's over de Tweede Wereldoorlog:
De Hongerwinter is vensternummer 42 op de Canon van Amsterdam.